DE VAKBONDSSTATUUT: DE WETGEVINGBEGRIJPEN EN TOEPASSEN - MODULE 1 & 2

Activiteitspool
BESTUUR EN ORGANISATIE
Formule
Face-to-face
Prijs/deelnemer
300,00 €
Max. aantal deelnemers/sessie
15
Beschrijving van de opleiding
Introduction

De wet van 19 december 1974 verplicht de overheid om de algemene maatregelen die zij van plan is te nemen ten aanzien van haar personeel vooraf ter onderhandeling of voor overleg voor te leggen aan de representatieve vakorganisaties. In de praktijk verloopt de dialoog tussen de plaatselijke besturen en de sociale partners niet altijd optimaal. Doel van de hele opleiding is de gemeentebesturen en OCMW’s opnieuw bewust te maken van de wetgeving van 1974 (en beide uitvoeringsbesluiten) en hen aan te zetten hun eigen praktijken in vraag te stellen, voornamelijk wat de onderhandelingen en het overleg met de vakbonden betreft. Verwar deze opleiding dus niet met een opleiding voor vakbondsafgevaardigden.

Doelstellingen

Module 1 heeft als doel, in functie van de doelgroepen, het toepassingsgebied van de wet van 19 december 1974 voor te stellen, daar nadere toelichting bij te geven of het op het niveau van de doelgroep te brengen alsook inzicht te bieden in de rechtspraak van de Raad van State in verband met de wetgeving betreffende de onderhandelingen en het overleg met de vakbondsorganisaties.

  • Het toepassingsgebied van de wet van 19 december 1974 – gewijzigd bij wet van 5 juni 2004 – kennen (ten minste) of beheersen;
  • De overlegprocedures kunnen onderscheiden van de onderhandelingsprocedures op basis van de behandelde onderwerpen;
  • De overlegorganen kunnen onderscheiden van de onderhandelingsorganen;
  • De verschillende onderhandelings- en overlegcomités en hun samenstelling kennen, alsook de representativiteit van de vakbondsorganisaties;
  • De specifieke artikelen van de wetgeving aangaande het vakbondsverlof en het statuut van de vakbondsafgevaardigde kennen;
  • Kennisnemen van de beginselen van het stakingsrecht die van toepassing zijn op de overheidsdiensten en van
  •  de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren;
  • Kennisnemen van de rechtspraak in geschillen tussen de gemeentebesturen en OCMW's enerzijds en de vakbonden anderzijds betreffende de aangelegenheden zoals voorgesteld in de inhoud;
     

Module 2 heeft als doel de wetgeving houdende het syndicaal statuut op te nemen in de praktijk van de besturen, door een analyse te maken - onder het toezicht van de opdrachtnemer die een expert is in sociaal bestuursrecht alsook van de vakbondsorganisaties - van de inhoud van de documenten zoals beoogd door de wetgeving (notulen, huishoudelijk reglement, agenda) evenals van de praktijken van het overleg, de onderhandelingen, de planning van de comités, het syndicaal verlof en stakingen, zoals bedoeld in diezelfde wetgeving.

a)    Analyse en integratie van de praktijken van collectieve onderhandelingen in het openbaar ambt, zoals door de wet beschreven;

b)    Kennisnemen van de inhoud van documenten zoals bedoeld door de wet, dit alles in verband met onderstaande thema's: 

  • het overleg en de onderhandelingen;
  • de te volgen procedures voor de uitwerking van een protocol en de na te leven termijnen;
  • de planning van de comités (organisatie en agenda van een voorbereidende zitting) ;
  • het met redenen omkleed advies van de comités;
  • het overleg binnen het CPBW (betreffende de wetgeving rond welzijn op het werk);
  • de HR-plannings (syndicaal verlof, kredieturen ...);
  • andere volgens de noden van de plaatselijke besturen;
Doelgroep

Bedienden van niveau ABCDE bij de plaatselijke besturen. Om te beantwoorden aan de verwachtingen van de deelnemers en homogene  groepen te vormen, worden de sessies ingericht volgens het functieprofiel van de medewerkers.

Inhoud

Module 1

  • Definitie en herkomst van de wet betreffende het "syndicaal statuut" : Het toepassingsgebied van de wet van 19 december 1974 – gewijzigd bij wet van 5 juni 2004;
  • Beide procedures volgens de behandelde materies 1. De onderhandelingen 
  • Materies die het voorwerp kunnen zijn van onderhandelingen;
  • De onderhandelingsorganen: de onderhandelingscomités; c) De protocollen;
  • Het overleg en de materies die het voorwerp kunnen zijn van overleg (b. het arbeidsreglement, het CPBW)
  • De materies die het voorwerp kunnen zijn van overleg;
  • De overlegorganen: de overlegcomités; c) De met redenen omklede adviezen;
  • De sociale bemiddelaar: zijn rol in geval van klacht;
  • Samenstelling van de comités, representativiteit van de vakbonden
  • Samenstelling van de verschillende onderhandelings- en overlegcomités;
  • De representativiteit van de vakbondsorganisaties: het aantal leden tellen per comité;
  • De syndicale afgevaardigden
  • Verschillende opdrachten van de syndicale afgevaardigden;
  • De faciliteiten die de overheid hun moet bieden (verlof, kredieturen ...);
  • Het statuut van de syndicaal afgevaardigde of van de persoon die dienstvrijstelling heeft gekregen en zijn bescherming (De protocollen van detachering van de syndicale afgevaardigden 91/2; 96/3);
  • De rechtspraak voor de Raad van State in verband met de wetgeving houdende het syndicaal statuut voor het openbaar ambt;

Module 2 :

  • Praktijk van de voorbereidende vergaderingen op de comités a) Hun belang in de praktijk; 
  • Werking van de voorbereidende vergaderingen;
    • De praktijk van het onderhandelen:
    • Enkele voorbeelden;
    • Van het protocol van akkoord tot de dienstnota: in acht te nemen termijnen;
    • De met redenen omklede adviezen van de overlegcomités; De notulen (meer bepaald van het CPBW);
    • Praktijken op het vlak van het beheer van het syndicaal verlof en de kredieturen;
    • Praktijken inzake het beheer van sociale conflicten eens die zijn uitgebroken:
    • Te volgen procedure wanneer een conflict is uitgebroken (staking en piket. Bv.: de zorginstellingen);
    • Rol van de sociaal verzoener.
Beschikbaarheid in de catalogus

Tot 14 march 2022

Volgende geplande sessies

Geen sessie gepland op dit moment.

CONTACTPERSOON

Wassim BOUAISSI

Beheerder Klantendossiers
02/210.19.11